Naomi Smits, Page 64

even bellen met Piet Roberto
Piet: ‘Jullie moeten altijd naar de juf luisteren. Want die weet wat het beste voor jullie is!’
Klas in koor: ‘Doen we ook Piet!’
Piet: ‘Heel goed!’
Leerlinge 1: ‘Als je komt Piet, geef je de juf dan een kus?’
Piet: ‘Jazeker. Een dikke vette kus!’
Leerlinge 2: ‘Op de wang? Of lippen?’
Piet: ‘Op de lippen!’
Leerlinge 2: ‘Wajoo!’
Leerling 1: ‘Zullen we een liedje zingen Piet?’
Piet: ‘Dat vind ik leuk!’
(Drie liedjes later)
‘Nu gaan we afscheid nemen van Piet!’
Klas in koor: ‘Dag Piet! Tot 5 december!’
Leerling 2: ‘Jij bent een echte geluksvogel, juf. Want jij bent met een Piet getrouwd!’
#enzoishetmaarnet

aan de bel
Leerlinge 1: ‘Hai juf!’
‘Dag dames!’
Leerlinge 2: ‘Wij komen even onze make-up laten zien.’
‘Ziet er prachtig uit!’
Leerlinge 3: ‘We hebben ook heel veel 1 aprilgrappen met juf Mieskeuitgehaald!’
(Ze vertellen over de grappen en grollen)
‘Wat zijn jullie toch ondeugend!’
Leerlinge 2: ‘Maar ben je nu vrij vandaag, juf?’
‘Nee, ik ben aan het schrijven.’
Leerlinge 1: ‘Oh ja, het script.’
‘Nee, de column.’
Leerlinge 3: ‘Schrijf je weer over ons?’
‘Jazeker! Maar ik ben een beetje te laat met inleveren.’
Leerlinge 2: ‘Krijg je dan ook op je donder?’
‘Hoezo?’
Leerlinge 2: ‘Nou, als wij ons huiswerk te laat inleveren, vind je dat ook niet leuk!’
‘Haha dat is waar. En als ik ‘m te laat inlever, krijg ik geen centjes.’
Leerlinge 1: ‘Maar je krijgt toch geld van je juf zijn?’
Leerlinge 2: ‘Maar dat zal niet zoveel zijn, denk ik.’
‘Dat klopt.’
Leerlinge 3: ‘Piet Roberto verdient toch veel geld? Sinterklaas betaalt denk ik wel goed.’
‘Ja, Piet Roberto krijgt een mooi pensioen van chocolademunten!’
(Leerlinge 1 & 2 moeten lachen, leerlinge 3 kijkt me niet-begrijpend aan)
‘Maar over chocola gesproken. Ik heb nog een paaseitje voor jullie. Dan ga ik daarna verder!’
Leerlinge 1: ‘Yes!’
‘Nou dames, bedankt voor dit bezoek, gezellig spelen, fijn weekend en tot maandag!’
Leerlinge 1&2: ‘Dank je wel! Fijn weekend, juf!’
Leerlinge 3: Dag lieve juf en de groetjes aan Piet Roberto!’

© Tekstbureau Doppie 2016

dinoboxer
Leerlinge: ‘Juf! Mijn tante heeft Freek Vonk in z’n onderbroek gezien!’
‘Oh ja, joh? En wat had hij voor onderbroek aan?’
Leerlinge: ‘Wat denk je? Met dino’s natuurlijk!’

in the spotlights
Leerlinge: ‘Ik heb een bekende tante.’
‘Oh ja?’
Leerlinge: ‘Ja, die werkt op de televisie en is styliste. Van de Modepolitie en Boulevard.’
‘Dat is leuk! Misschien kan ze een keertje komen om te vertellen over haar werk!’
Leerling: ‘Ik ken ook bekende mensen! Wel twee!’
‘Vertel!’
Leerling: ‘Max Verstappen en jou natuurlijk!’

onze Roy
Leerlinge 1: ‘Juf? Zie je niks aan mij?’
‘Ehhh…’
Leerlinge 1: ‘Ik heb een echte Roy Donders aan!’
Leerlinge 2: ‘Ik denk dat de juf nu wel jaloers op jou is!’

voetbalkaarten
Leerling: ‘Juf! Ik heb geen Pirlo voor je, maar Zlatan is ook een mooie man!’

racemonster
Leerling leest: ‘Max Verstappen is de jongste en snelste koerier ooit!’

Paaskonijn
Leerling: ‘Weet je hoe mijn haas heet!’
‘Vertel!’
Leerling: ‘André!’
‘André?…’
Leerling: ‘Ja! André Hazes!’

Michiel de Ruyter vs. Frank Lammers
‘Waar kennen we deze zeeheld nog meer van?’
Leerling: ‘Van de Jumbo!’

concurrentie
Leerling:’ Ik leer veel van jou juf, maar ook van Donald Duck!’

oude testament
Leerling: ‘Wauw! De juf is beroemd! Ze staat in de bijbel!’

tante in Marokko
Leerling 1: ‘Juf, ik weet wie Ali B is!’
‘Oh ja, wie is dat dan?’
Leerling 1: ‘Dat is een jongen met zwarte krulletjes en glanshaar en die zingt een beetje.’
Leerling 2: ‘Hij is bijna zoiets als een rapper!’

Guus Meeuwis # 1
Leerlinge: ‘Juf, graag wil ik voor jou straks van een muts op m’n hoofd zingen! Mama zegt dat jij dat wel mooi vindt!’

Guus Meeuwis # 2
(project over het weer)
Leerling: ‘Bij de kleuters leerden we altijd een liedje met een project!’
‘Oké, welk liedje zullen we dan kiezen?’
Leerlinge (met Brabantse moeder): ‘Het dondert en het bliksemt!’

Volendam
‘Wie weet er nog meer woorden die eindigen op ‘-ik’?
Leerling: ‘Nik..van Nick en Simon!’

Obi-Wan
Leerling: ‘We hebben echt de slimste juf! Ze weet alles van Star Wars!’

©  Tekstbureau Doppie 2013-2015

tutoyeren maar dan anders
‘Is dat een antwoord op je vraag?’
Leerlinge: ‘Ja Brabo…ehhhh juf!’

Brabantse connectie
Leerlinge: ‘Juf! Ik dacht dat mijn familie in Utrecht woonde, maar dat is niet zo.’
‘Oh, waar woont je familie dan?’
Leerlinge: ‘In Brabant!’
‘Dat is toch hartstikke leuk!’
Leerlinge: ‘Nee, eerder een tegenvaller. Brabanders zijn raar en praten raar. Daar wil ik geen familie van zijn!’

typecasting
‘Goed, en dan nu allemaal aan de slag met taal. Veel plezier….’
Leerlinge: ‘Zonder bier.’
Stagiair: ‘Zegt de juf dat?’
Leerlinge: ‘Ja, altijd.’…
(quasi verontwaardigd) ‘Nee hoor, hoe kom je daar nu bij?’
Leerlinge: ‘Jawel juf! Dat zeg je altijd!’
Stagiair: ‘Houdt de juf van bier?’
‘Nee, daar houd ik absoluut niet van.’
Leerlinge: ‘Echt wel, juf. Want je komt uit Brabant!’

topografie
‘De juf komt uit het zuiden!’
Leerling: ‘Wauw, de juf komt uit het buitenland!’

Bourgondische provincie
(streektaalles)
‘…..en in Brabant praten ze met de zachte ‘g’.’
Leerling 1: ‘Net als de juf!’
Leerlinge 2: ‘En als Roy Donders!’
Leerling 3: ‘Roy Donders eet alleen maar worstenbroodjes.’
Leerling 4: ‘In Brabant eten ze toch allemaal alleen maar worstenbroodjes?’

harde letter
Leerlinge: ‘Juf, ik vind het zo schattig. Die zachte ‘g’ van jou….’

vervelende klinker
‘En aan het end schrijf je -en in plaats van -un. Dat is de stomme ‘e’!’
Leerling 1: ‘End? Wat is dat?’
‘Oh, ik bedoel eind.’
Leerling 2 (met moeder uit het zuiden): ‘Dat is Brabants.’
Leerling 1: ‘Ach ja, de juf weet gewoon niet beter’

©  Tekstbureau Doppie 2014-2016