Toen was geluk heel gewoon

Tekstbureau Doppie
Eind augustus geef ik acte de présence op een 90s festival. Als bezoeker weliswaar.

Een festival met als thema de keiharde en veelbesproken nineties.
En daarom maken we even een grote sprong terug in de tijd. De Twix heette nog Raider en op de zaterdagmiddag zat je gekluisterd aan je My First Sony om op een old skool cassettebandje de hits uit de Mega Top 50 op te nemen. Haddaway, 2 Unlimited en Ace of Base knalden uit de kleine rode speakertjes.
Want we hadden (nog lang) geen iPad, ook geen iPod, sowieso niks met een ‘i’ erin. Je was al een trendsetter als je ouders een videorecorder hadden aangeschaft. Daar nam je namelijk de uitzending van Kinderen voor Kinderen mee op, die je vervolgens het hele jaar door terugkeek. Dat was genieten met een harde ‘G’ (en een rollende ‘R’)! Zucht. De nineties. Het waren de dagen van de Flippo’s, skatebikes, Fido Dido’s en een slijmerig snotterig spul in een doosje waar je allerhande creaties mee kon maken. Het was het decennium van origami, rubberen spelden en broches, Panini plaatjes verzamelen en je kaken stuk eten aan kauwgom voor de plaatjes van de Ninja Turtles of de sterren van Beverly Hills 90210. Het was de eeuw waarin je de poppetjes (vaak Disneyfiguren) van je Happy Meal spaarde, je het Moppie van de Week uit de Tina scheurde en je keurig naar de juf of meester luisterde (en uiteraard deed wat zij van je vroegen).
Kinderfeestjes werden gezellig thuis gevierd, je kleding kon niet bontgekleurd doch praktisch genoeg zijn (denk Oilily, NafNaf en opzetkragen) en in klasgenotenboekjes vulden alle kinderen bij favoriete hobby’s ‘lezen’ in – ook de jongens.
Als lettergek verslond ik regelmatig het ene na het andere boek. Van olijke tweelingen tot dolle drielingen, van babysitclubjes tot droomvriendinnen, van de tachtig delen Floortje Bellefleur tot balletclub De Zwaantjes.  Zij zorgden gelukkig voor enige avontuurlijke spanning. Daarnaast hadden we de Backstreet Boys/Take That, Medisch Centrum West en Arnie Alberts, die het leven sprankelend maakten. De ontblote bovenlijven van de mannelijke cast van Fort Alpha bezorgde ons enigszins rode oortjes. Niks geen bijtgrage liefdes tussen vampiers en mensen en niks geen stoute klusadviezen over in welke kleur grijs je slaapkamer geverfd zou moeten worden. De verhalen waren simpel. Puur. Onschuldig. Zo ook het leven. Met weemoed denk ik daarom graag terug aan de nineties, de tijd toen geluk heel gewoon was.
Het ouder worden doet stiekem toch wel pijn. Na in de nineties mijn puberteit overleefd te hebben (met DJ Paul Elstak versus legergroene Dokter Martens), beleefde ik mijn studententijd in mijn roaring twenties en stevende ik na mijn afstuderen, net als velen met mij, recht af op een dertigersdilemma. Vragen, twijfels, keuzes, beslissingen. Waarheid als een koe. De tijd van ponyclub De Bokkensprong was echt voorbij.
Mijn generatie dealt momenteel met hypotheken, verzekeringen, carrièreswitches, gezinsauto’s en kindvriendelijke campings, maar bezoekt ook feestjes waar ze even weer tiener kunnen zijn. Zogenaamde ontlading. En dat is helemaal oké. En hoe moeilijk ik het ook blijf vinden als zo’n snotneus, die denkt dat Sporty Spice een pittig Olympisch onderdeel is, mij met ‘u’ aanspreekt (hee, zie ik er immers uit als 32?): ik ben en blijf een kind van de nineties and I’m loving it.

P.S. Het is vanzelfsprekend dat ik dankbaar ben dat we ouder (mogen) worden. Het heeft ook zijn charmes, maar dat is een verhaal apart. Daar zal ik in de toekomst een blog aan wijden.

©  Tekstbureau Doppie 2014

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *